Japanners slaan hard terug na voedseloproer
Ongekende onrust in een vrouwenkamp op Sumatra. Gedreven door honger, wanhoop en valse geruchten brak een grote groep bewoners uit het kamp Brastagi op zoek naar eten.
"Het leek fantastisch goed te gaan", zegt een 32-jarige lerares uit het kamp. "Maar het was natuurlijk te mooi." Hardvochtig proberen de Japanners nu de tucht terug te krijgen.
De onrust in Brastagi ontstond enkele dagen geleden, toen een dertigtal vrouwen bericht kreeg dat hun mannen dood zijn. Ze blijken al in juli te zijn omgekomen doordat hun gevangenenschip zonk.
"Misschien was dat de druppel die de emmer deed overlopen", speculeert kampvertegenwoordiger Ria Eikens. "Het hele kamp verkeert in onzekerheid en overal heerst rouw", zegt een opgesloten tienerjongen.
Hoeraatje
Het nieuws kwam op een moment dat de tekorten in het kamp oplopen. "We krijgen nu sinds deze maand totaal geen vet en suiker meer", zegt een moeder van vier kinderen. "Alleen een rijstrantsoen van 155 gram per dag, af en toe om de paar dagen een half pond aardappelen en wat boontjes of wortels. Daar moeten we het maar op doen."
In de afgelopen dagen durfden steeds meer vrouwen het aan om via een gat in de omheining naar buiten te sluipen. In de omliggende kampong kon men dan proberen oude kleren te ruilen voor levensmiddelen. Deze praktijk, "barang halen", leek oogluikend te worden toegestaan door de Japanners.
"Ze kwamen werkelijk met suiker en vet en andere dingen terug", zag de lerares. "Als er weer een bepakt en beladen de zaal binnenvloog, ging er een hoeraatje op."
Een tienerjongen vertelt dat vanmiddag het gerucht ging dat de bewoners tot het begin van de avond het kamp uit mochten. "Als een lawine zijn we door de gaten van de heg eruit geweest. Met honderden tegelijk."
De overvallen bewakers zetten al snel geweld in om iedereen terug te krijgen. "Als een kudde vee" werden de gevangenen opgejaagd, in een aantal gevallen werd zelfs het vuur geopend. Een vrouw werd in haar been geschoten. "Het was maar een vals gerucht geweest, maar het was reuze lollig geweest", meent de tiener.
De Nederlandse kampvertegenwoordigers zullen dat niet zo zien. Zij werden gemarteld, als straf en om te ontdekken hoe het gerucht was ontstaan.
"We werden aan onze haren aan een katrol opgetrokken, hij draaide ons de duimschroeven aan, bond ons vast aan een ronddraaiend rad en pompte ons helemaal op met water", aldus Eikens, die voor haar leven vreesde. Anderen werden met stokken geslagen.