De clandestiene kerstboom van kamp Maruyama · Museon

Clandestiene boom, surrogaatkransjes: Kerst in het kamp

Het was nog donker toen bewoners van het kamp Belawan Estate wakker werden van kerstliedjes. Een dameskoortje stond tussen de barakken in het kamp buiten Medan en bracht een beetje kerstsfeer in gevangenschap.

"Je kon nauwelijks met droge ogen blijven liggen", vertelt verpleegster Lenie Koch. Ondanks alle ontberingen proberen geïnterneerde Nederlanders in Indonesië nog iets van Kerst te maken.

In sommige kampen versiert men boompjes met zilverpapier, watten en rode snippers stof, elders vind je kerststallen met kartonnen figuurtjes. Men is blij met bescheiden zelfgemaakte cadeaus en geniet van kerstkransjes, gebakken met uit de mond gespaard meel.

'Hollandse kerstdagen'

"Veel narigheid heeft het oude jaar gebracht, maar toch zijn we dankbaar dat we gezond en wel een nieuw jaar mogen beginnen", stelt een lerares uit kamp Brastagi.

"Vorig jaar leefde in ons hart de vaste overtuiging dat wij Kerst 1944 thuis zouden mogen vieren", verzucht J. Marsman in mannenkamp Sri Rengorengo. "Het gaat goed met de oorlog, ja, maar over het einde spreek ik mij liever niet meer uit. Ach, wanneer?"

In het kamp moest het kerstspel twee keer worden uitgesteld vanwege het gure weer. "Echt Hollandse kerstdagen", lacht iemand sardonisch. "We hebben veel aan thuis gedacht."

Clandestiene boom

Men probeert de kinderen te vermaken met zulke toneelstukjes of kerstverhalen. Voor de volwassenen zijn er missen en diensten, als de Japanners eraan willen meewerken. In Brastagi moest het licht uit om 19.30 uur: "Mag de voedselvoorziening dan hier en daar haperen een tekort aan nachtrust hebben ze zeer zeker niet", schampert een bewoner.

In een Japans kamp voor dwangarbeiders hadden de bewoners in het geheim een kerstboom weten te versieren. Er werd stiekem een sparretje uitgegraven. "Voor de versiering verzamelden we alle mogelijke stukjes afvalkoper, blik, kortom alles wat schitterde en op de werf te vinden was", legt dwangarbeider R.J. de Vries uit.

Er werden clandestien gemaakte nepkaarsjes gebruikt: uit Japanse zaklantaarns gestolen lampjes op pijpjes bamboe. "Toen de Japanse wacht op Kerstavond zijn ronde maakte, was het even stil, waarna hij uitriep: 'Dit is prachtig.'"

Gemarteld

De kampleiding van Brastagi was niet te vermurwen met Kerst: twee vrouwen werden er zwaar gestraft toen ze het kamp stiekem verlieten om eten te halen. Een bruinebonenspoor verraadde de twee.

"Enkele dames hadden gezien dat een van de twee in een boom hing. Ze hing tot ze helemaal paars werd, toen werd het touw doorgesneden en viel ze neer. Daarna werd ze geslagen en geschopt."

Op Belawang Estate was het geweld nog willekeuriger: een groepje vrouwen en kinderen werd lastiggevallen door een inheemse helper van de Japanners. Omdat de man volgens getuigen duidelijk te veel had gedronken, maakte het groepje Nederlanders zich uit de voeten.

"Een kolfje naar zijn hand, dus smeet hij nog een halve baksteen achter de vluchtende vrouwen aan", zegt een geschokte Koch. "Een meisje van een jaar of vijf kreeg het ding tegen het hoofd en sloeg voorover."

Koch maakt zich grote zorgen over de zware wond van het kind. "Wat een schande dat je door dat vuile tuig een gezond kind verliezen moet, een van de weinige goede gezonde kinderen."