Schip vol gestolen klokken gezonken bij Urk
Voor de kust van Urk is het schip Hoop op Zegen door sabotage gezonken. Het schip is geladen met monumentale Nederlandse kerkklokken die de Duitsers wilden omsmelten voor hun oorlogsindustrie.
Duizenden klokken zijn sinds de bezetting al gestolen uit kerktorens en carillons. Een aantal monumentale klokken bleef tot dusver gespaard, maar nu de metaaltekorten oplopen moesten ook deze eraan geloven. Dat de Duitsers niet geslaagd zijn in hun opzet, is aan een aantal dappere Urkers te danken.
De Duitsers vorderen in oktober de Hoop op Zegen uit Dordrecht om de roofbuit te vervoeren. Ruim 250 klokken werden aan boord gebracht, zoals de 1600 kilo zware klok van een kerk uit Hoogwoud, een exemplaar uit 1385 uit Hekelingen en het carillon uit het Monument voor het Reddingswezen in Den Helder.
Schipper J. van Dijk weigerde mee te werken aan de roof en verliet zijn schip met pijn in het hart. De Duitsers wezen daarom een onervaren vervanger aan die het transport moest uitvoeren.
Afgelopen nacht voer de Hoop in konvooi uit, geladen met 226 klokken en 145 klepels, met als eindbestemming Duitsland. Bij de beruchte ondiepte de Vormt strandde het konvooi, doordat de Urker vuurtorenwachter Jacob Schraal zijn licht doofde.
Berging gesaboteerd
De firma Hoekman en zonen krijgt opdracht het schip te bergen. Maar Fokke Hoekman wil de Duitsers niet helpen: ze hebben zijn broer Pieter, een vermaard Engelandvaarder en verzetsman, vorig jaar dood geschoten.
Met hulp van de andere schippers slaagt Hoekman erin de bolders, een soort trekhaken, van de Hoop op Zegen af te breken. Vervolgens opent hij de luiken van het schip. De mannen krijgen hulp van de elementen: een zuidwester storm steekt op. De Hoop maakt water en vergaat.
De historische lading is daarmee voor de Duitsers verloren. De 226 klokken en 145 klepels verdwijnen niet in Duits wapentuig maar blijven op Nederlandse (zee)bodem.