De Jan Nieveen in Lemmer · Spanvis

Scheepsramp op IJsselmeer: 13 doden

Bij een aanvaring op het IJsselmeer zijn vannacht zeker dertien doden gevallen. Het vlaggenschip van de Lemmerboten, de Jan Nieveen, heeft zich in het kleinere zusterschip de Groningen IV geboord.

De Lemmerboten die varen tussen Amsterdam en Lemmer zijn dezer dagen een levenslijn tussen het hongerende westen en het noorden waar nog eten voorhanden is. De boten waren ook vannacht weer afgeladen vol met hongerigen maar ook onderduikers, smokkelwaar en vluchtelingen.

Beide schepen voeren zonder verlichting, om beschieting door Engelse jagers te voorkomen. Die kunnen vanuit de lucht het verschil tussen Duitse vaartuigen en de Nederlandse Lemmerboten niet zien. Daarom waren de scheepslampen zoals elke nacht gedoofd en brandde er ook op de wal geen enkel licht.

Om botsingen te voorkomen moet iemand constant op de boeg op de uitkijk staan. Ook gisteravond had de kapitein van de Jan Nieveen, Haije Bouwman, iemand aangewezen. Het was koud vannacht, het vroor zelfs een beetje. Op het fatale moment was de uitkijk even naar binnen gegaan. Juist op dat moment kwam het kleine zusterschip de Groningen IV aangevaren.

Op de Groningen IV

De Groningen IV was op weg van Lemmer naar Amsterdam. De boot zat vol met vrouwen en kinderen die in het noorden eten hadden bemachtigd voor hun hongerige families thuis. Onder het kleed van de deklast lagen vier onderduikers verstopt en op het achterdek hingen een paar Duitse soldaten rond.

Verzetsman Kees de Wit, die regelmatig Joodse kinderen naar onderduikadressen in het noorden brengt, was een van de opvarenden. Hij rookte een sigaretje aan dek toen de klap kwam. "Toen de scheepsklok 10 voor 12 aanwees, doemde uit het duister een schip op. Enkele ogenblikken later klonk een daverende klap. Met een gekraak en geknars boorde de Jan Nieveen zich in het voorschip van de veel kleinere Groningen IV."

Paniek

De ravage was enorm. Door een groot gapend gat stroomde het water naar binnen. De schijnwerpers werden ontstoken. Aan boord brak paniek uit. Mensen zochten een weg uit de volgestouwde kajuiten en trachtten hun eten te redden, terwijl het voorschip van de Groningen IV steeds verder in de golven zonk.

In het voorronder schreeuwden mensen om hulp. De deur was door de aanvaring uit het lood geslagen en zat klem. Als ratten zaten de mensen in de val.

De Jan Nieveen kwam langszij. Wie kon, sprong naar het grotere schip. Onder hen was Grietje Bartlema. Zij was op weg terug naar huis in Voorburg waar haar familie met smart wachtte op het eten dat zij op haar hongertocht met de fiets door Friesland had weten te bemachtigen.

Haar fiets liet ze liggen maar het kostbare eten dat ze in drie dagen bijeen had gespaard wist ze mee te grissen. Zij hoorde de stem van de kapitein Haije Bouwman van de Jan Nieveen roepen: "Spring dan, meisje, springen!". Nog net op tijd kon zij zichzelf in veiligheid brengen.

Te laat

Ondertussen trachtten de matrozen het paneel uit de deur van het voorronder te trappen. Veel tijd was er niet meer. Toen het uiteindelijk lukte, konden nog een paar mensen ontsnappen. Ze stonden al tot hun nek in het water. Voor dertien mensen kwam de hulp te laat.

Als laatste verliet de kapitein van de Groningen IV zijn zinkende schip, verslagen met onder zijn arm de scheepspapieren. Even later verdween zijn schip in de golven met daarin achtergebleven ongelukkigen.

Bron ooggetuigen:
-https://www.spanvis.com/lemmer

-De boot naar Lemmer - Sieneke de Rooij