Doodvonnis Nederlandse generaal om 'Overakker-complot'
"Mijn lieve Desie, dit zal het laatste nieuws zijn dat je van mij zult horen", schreef kolonel George Gosenson vlak voor zijn executie vanmiddag aan zijn vrouw. "Wees in gedachten door mij voor het laatst omhelsd en gezoend."
De 57-jarige KNIL-militair heeft deze ochtend zijn doodvonnis te horen gekregen, samen met zijn 55-jarige meerdere, generaal-majoor Roelof Overakker. Enkele uren later werden ze gefusilleerd op een heuvel buiten Fort De Kock op West-Sumatra. Door een Japanse krijgsraad veroordeeld voor verzetswerk waar ze slechts zijdelings betrokken bij waren geweest.
Overakker en Gosenson hadden leiding gegeven aan de verdediging van het eiland toen de Japanners Nederlands-Indië aanvielen in januari 1942. Het Japanse leger, met meer mannen en betere bewapening, wist het Nederlandse tropenleger in enkele weken volledig onder de voet te lopen. Overakker capituleerde eind maart zijn troepen.
Vijfde colonne
Omdat Overakker verwachtte dat de geallieerde legers de Japanners snel zouden verslaan, organiseerde de generaal een 'vijfde colonne' die alvast inlichtingen moest verzamelen, verzet plegen en krijgsgevangen militairen kon ondersteunen. Gosenson hoopte zelfs dat er een guerrilla kon worden opgezet vanuit de jungle, maar die plannen waren weinig succesvol.
Overakker voorzag dat de meeste hoge officieren zouden worden opgesloten, dus hij legde de leiding van die organisatie in handen van twee reserveofficieren. Om duidelijk te maken dat die op zijn gezag opereerden legde hij dat uitzonderlijke bevel vast op papier. Het zou een belangrijk bewijsstuk tegen hem worden.
Terwijl Gosenson en Overakker met andere prominente Nederlanders werden overgebracht naar Formosa, groeide de ondergrondse op Sumatra. Een belangrijke plaats was weggelegd voor inheemse of Indisch-Nederlandse militairen, die werden vrijgelaten omdat Japan hen als Aziaat zag. Exacte aantallen zijn moeilijk te krijgen, maar mogelijk er ongeveer duizend personen actief geweest voor het verzet.
Directe aanvallen op de Japanse overmacht waren te gevaarlijk, maar leden van het verzet smokkelden bijvoorbeeld extra voorraden de interneringskampen binnen. Ook verspreidde men onder de gevangenen oorlogsnieuws, dat via illegale radiozenders was opgevangen. Pogingen om met een zender contact te leggen met de buitenwereld mislukten.
Handvat aktetas
In de loop van 1943 werd het verzet opgerold. Naar mate de organisatie groeide werd ook de kans op verraad of ontdekking groter. Toen de eerste verdachten doorsloegen na brute verhoren door de gevreesde militaire politie Kempeitai, konden tientallen mensen worden opgepakt. Velen van hen kregen de doodstraf.
Overakker kwam in beeld toen men het schriftelijke bevel van hem terugvond, verstopt in het handvat van een aktetas. Samen met Gosenson werd hij teruggehaald naar Sumatra voor verhoor, waarbij hij soms aan zijn handen werd opgehangen.
Japan hield hem verantwoordelijk voor alles wat zijn ondergeschikten hadden gedaan na zijn bevel. In Tokio sprak men zelfs van het 'Overakker-complot', hoewel de generaal daar zelf in krijgsgevangenschap niks van had meegekregen.
Op zijn 55ste verjaardag werd Overakker met Gosenson doodgeschoten. In zijn laatste brief schreef de kolonel: "Ik heb mijn plicht als officier gedaan."