Seyss-Inquart bij een eerdere toespraak in 1944 · NIOD

'Honing, bittere pillen en spuit venijn' in rede Seyss

"Het zou misplaatst zijn het Nederlandse volk thans een gelukkig nieuwjaar toe te wensen", begint Seyss-Inquart zijn rede via Radio-Hilversum aan de Nederlandse burgers. In de ruim anderhalf uur durende toespraak gaat de Rijkscommissaris in op de uitwerking van de bezettingstijd voor het Nederlandse volk.

De laatste keer dat Seyss-Inquart de Nederlanders toesprak, was in april vorig jaar. De aanleiding voor de nieuwe toespraak is de commotie die is ontstaan rondom een aantal nieuwe Duitse maatregelen.

"Met het Kerstfeest en Nieuwjaar bestond daartoe geen aanleiding, want de toestanden waarover ik moet spreken, zijn niet bepaald van vreedzame aard en de bestaande mogelijkheden en vooruitzichten zijn niet verheugend."

Werving voor de arbeidsinzet

In zijn toespraak besteedt Seyss-Inquart veel aandacht aan de wervingsactie die de Duitsers vlak voor de kerstdagen bekend hebben gemaakt, de Liese-Aktion: alle mannen uit Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland tussen de 16 en 40 jaar moeten zich melden voor de Arbeitseinsatz in Duitsland.

Vorige week waarschuwde de regering de Nederlandse mannen om zich niet te melden. Het "misdadige plan" zou de bedoeling hebben om de Nederlandse volkskracht te verzwakken.

Seyss-Inquart zegt in zijn toespraak te begrijpen dat de Nederlanders over de tewerkstelling ernstige bedenkingen hebben. Toch is het Derde Rijk volgens hem gerechtigd om dit te doen, omdat Nederland zich in 1940 onvoorwaardelijk zou hebben overgegeven.

"Dat wil dus in de eerste plaats zeggen, dat de inwoners van dit land niets tegen de bezettende macht mogen organiseren en voorbereiden", aldus Seyss-Inquart. Om te voorkomen dat het verzet in opstand komt tegen de bezetters, worden de mannen afgevoerd voor de Arbeitseinsatz.

Onvoorwaardelijke capitulatie?

De redenering van Seyss-Inquart dat de overwinnaar het recht om alles te doen met een veroverd land, wordt fel tegengesproken in de illegale pers. Onvoorwaardelijke capitulatie betekent niet dat men "een volk mag uitroeien en het land mag leegstelen", schrijft de Nieuwe Amsterdammer. "Dit zijn daden die nergens juridisch, noch conventioneel geregeld of vastgelegd zijn, maar bedenksels zijn van het ziekelijk misdadige brein van de Duitsers."

Bovendien, betoogt het blad, is er nooit sprake is geweest van onvoorwaardelijke capitulatie, omdat er op dat moment in het zuiden van het land nog gevochten werd. De generaal die de capitulatie sloot, was door de Duitsers gevangengenomen en schofterig behandeld.

De Nederlandse regering noemt de rechtvaardiging van de deportatie-maatregelen "uiterst zwak" en zegt dat het standpunt over de bepaling niet is veranderd: "Wij zijn allen verplicht, ook aan onze geallieerden, om niets te doen wat de vijand in zijn oorlogsvoering kan steunen."

Seyss-Inquart en zijn Duitse gespuis, ik ken ze.

Minister-president Gerbrandy

Minister-president Gerbrandy heeft zich via Radio-Oranje ook persoonlijk uitgesproken over de kwestie: "Seyss-Inquart en zijn Duitse gespuis, ik ken ze. Hem ken ik uit zijn duivelse redevoeringen, die bestaan uit veel honing, een paar bittere pillen en een spuit venijn erover. Nu sprak hij over de Arbeitseinsatz met een beroep op alles wat mooi is en eerlijk. Maar iemand die zijn schoolvriend en kanselier verraderlijk een dolk in de rug stoot, zal zeker geen eerlijkheid kennen tegen zijn doodsvijanden."

Positieve invloed

Naast zijn verantwoording voor de Liese-Aktion, benoemt Seyss-Inquart in zijn toespraak een aantal manieren waarop de bezetters volgens hem het Nederlandse volk in de afgelopen jaren vooruit hebben geholpen.

De werkloosheid is volgens hem gedaald en de economische positie van jonge mensen toegenomen. Als gevolg van de gestegen welvaart zou ook het aantal huwelijken en geboortes sinds 1940 zijn gestegen.

Daarnaast stelt Seyss-Inquart dat het door de Nederlandse propaganda ten onrechte lijkt alsof de Nederlandse burgers "onder een niet te beschrijven druk" van de bezetters leven. "Met een onbezorgdheid, zonder enig spoor van angst, worden de Duitse troepen door de Nederlandse kinderen omringd."