Hantje en zijn vrouw Minke · Omrop Fryslân

Verzet schiet veehandelaar neer bij roofoverval

Bij een uit de hand gelopen roofoverval van het verzet is veehandelaar en slachter Hantje Zijlstra neergeschoten bij het Friese Vijfhuis. De daders zijn twee verzetsmannen die uit waren op zijn geld.

Na een bezoek aan de Sneker veemarkt fietste Hantje Zijlstra met een kennis nietsvermoedend terug naar huis, zijn portemonnee gevuld met 1000 gulden. Een getuige zag dat twee mannen achter het duo aan fietsten en hoorde het schot waardoor Hantje zwaar gewond raakte.

Twee verzetsmannen hebben Zijlstra door het hoofd geschoten toen hij weigerde zijn portemonnee af te staan. De ondergrondse heeft geld nodig om onderduikers van eten te voorzien en overvalt daarom veehandelaren die veel geld op zak hebben. De daders zijn nog niet gepakt.

Extra pijnlijk

Dat deze aanslag door verzetsmensen is gepleegd, maakt de aanslag zo mogelijk nog pijnlijker. Hantje verleende samen met zijn vrouw Minke al lange tijd onderdak aan Joodse onderduikers in het huis waar ze met hun acht kinderen wonen. Hij regelde ook vlees voor andere onderduikers in de omgeving en voor het ziekenhuis in Sneek.

Als er een plek moest worden gevonden voor nieuwe onderduikers ging Hantje gewapend met de Bijbel op pad. Met teksten uit het heilige boek wist hij boeren over te halen mensen in huis te nemen. Een van de onderduikers waarvoor Zijlstra een plek vond, is de 11-jarige Betty Metzelaar uit Amsterdam. Na twee onderduikadressen elders in het land wist Zijlstra de oude vrijgezelle boer Van Dijk over te halen Betty en haar zusje René in huis te nemen.

"Voor verraders ben ik hier niet bang", zegt ze. "Het is een goed dorp. Iedereen weet dat we Joods zijn, maar ze zullen nooit wat zeggen. Waar mijn ouders zijn, weet ik niet maar ik noem Minke en Hantje Zijlstra heit en mem. Het zijn zulke goede, warme mensen. Het is verschrikkelijk wat er gebeurd is. Het hele dorp is in shock."

Ziekenhuis

De familie heeft een van de oudere zonen Tjalling niet weten te bereiken. Hij is in 1943 gepakt toen hij vlees smokkelde en is afgevoerd naar een werkkamp in Polen. De familie is bang dat hij zijn vader bij thuiskomst niet meer levend aan zal treffen: Hantje ligt zwaar gewond in het ziekenhuis, voor zijn leven wordt gevreesd.

Minke staat er nu alleen voor met haar kinderen. Ze is vastbesloten hoe dan ook door te gaan met het bieden van onderdak aan Joodse onderduikers. Haar Hantje, waarmee ze vorig jaar haar 25-jarig huwelijksfeest vierde, zou het niet anders willen.