Elf doden als vergelding voor verzetsactie tegen Liese-Aktion
Elf medewerkers van het Gewestelijk Arbeidsbureau zijn vandaag gefusilleerd in Amsterdam. De Duitsers vergelden hiermee de aanslag van twee weken geleden op negen Duitsgezinde collega's.
Die waren bereid mee te werken aan de Liese-Aktion, het ronselen op grote schaal van arbeidskrachten voor werk in Duitsland. Het verzet besloot hen te liquideren. Dat lukte bij zes van hen, de andere drie raakten ernstig gewond. De Duitsers hebben nu wraak genomen.
Liese-Aktion
Met de executies van vandaag loopt het dodental naar aanleiding van de Liese-Aktion verder op. Vijf verzetsmensen werden de dag na de aanslag al geëxecuteerd voor het uitgebrande gebouw.
Nu de strijd aan het front zo hevig is, hebben de Duitsers een gebrek aan mankracht. Nederlandse mannen en jongens uit Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht moesten zich vanaf 5 januari melden voor werk in Duitsland. Gesteund door de Nederlandse regering in ballingschap doet het verzet er alles aan om de arbeidsinzet te saboteren.
Bij het gewestelijk Arbeidsbureau wilden de meeste personeelsleden niet samenwerken met de Duitsers. De negen die daar wel toe bereid waren, werden door het verzet op 5 januari, de eerste dag van de Liese-Aktion, uitgeschakeld.
De locatie aan de Marnixstraat waar de registratie plaats moest vinden werd in de as gelegd. De registratie verhuisde naar de Passeerdersgracht, maar twee dagen later werd ook dit gebouw in brand gestoken. Hierbij raakten vijf Duitsers zwaar gewond.
De Duitsers pakten vervolgens 18 medewerkers van het Gewestelijk Arbeidsbureau op.
Als helden zagen ze de dood in het gezicht.
Vandaag zijn elf van hen uit het huis van bewaring aan de Weteringsschans gehaald en naar de executieplaats bij Rozenoord aan de Amsteldijk gebracht.
De directeur van het nabijgelegen tennispark Amstelzicht, F. Hendrikx, ziet de overvalwagen met de arrestanten aankomen en getuigt van hun moed.
"Tot op de plek van de executie reed deze voor waarna de slachtoffers twee aan twee geboeid werden uitgeladen en in het gelid werden opgesteld. Vanaf mijn niet al te ver verwijderde schuilplaats kon ik de verbeten bleke gezichten waarnemen, zag ik de verwilderde haren van hun ontblootte hoofden, zag ik in helle angst hun schrikogen turen in de verte naar dierbaren en vrienden, naar alles wat hun lief en heilig was. Als helden zagen ze de dood in het gezicht zoals zij als helden het gevaar van het verzet hadden getrotseerd."
Na een korte stilte weerklonk een commando en volgde het salvovuur, waarna de eerste slachtoffers in elkaar zakten.
De gesneuvelden waren geen van allen bij de aanslagen van het verzet betrokken. Wel leverden ze ieder op eigen wijze een bijdrage aan de strijd tegen de bezetter.
Het jongste slachtoffer is de 22-jarige Willem Meedendorp, sinds maart 1943 werkzaam bij de afdeling migratie van het GAB. Hij vernietigde adressen en versterkte valse papieren om de arbeidsinzet tegen te gaan.
De 28-jarige Willem Venema was lid van de Ordedienst en bood regelmatig onderdak aan Joodse landgenoten. Bij het Gewestelijk Arbeidsbureau deed hij wat hij kon om de Arbeidsinzet tegen te werken.
Ook Ton Frankenmolen, 29 jaar oud, zorgde ervoor dat tientallen arbeidskrachten zich konden onttrekken aan tewerkstelling in Duitsland. Dat deed hij door het saboteren van regelingen, het verstrekken van vervalste papieren en het onvindbaar maken van gegevens. Daarnaast verspreide hij illegale lectuur zoals Het Parool.
Hij zal de geboorte van zijn eerste kind, dat over 5 weken verwacht wordt, niet meer mee maken.
Salvovuur
"Het vuurpeloton was opgesteld.. De bevelvoerende commandant las hen in het Duits hun vonnis voor en eindigde de voorlezing met Führers Befehl. Na een korte stilte weerklonk een commando en volgde het salvovuur, waarna de eerste slachtoffers in elkaar zakten, en de aan hen geboeide kameraad mede neerhaalde, snel daarop volgde een tweede en meerdere salvo's van machinepistolen en geweervuur. Een ijzige stilte trad in terwijl de kruitdamp langzaam met de wind wegtrok over het sombere land."
Ooggetuige Hendrikx roept op deze mensen niet te vergeten op de dag van de bevrijding waar zij hun leven voor gegeven hebben.