In Amsterdam is de procureur-generaal van het Amsterdamse Gerechtshof doodgeschoten. De 61-jarige Jan Feitsma werd op de hoek van de Jacob van Obrechtstraat en de Johannes Verhulststraat drie keer beschoten door een onbekende fietser. De NSB'er overleed kort na de schietpartij.

De Amsterdamse politie vraagt ooggetuigen zich te melden. In het Nationale Dagblad, de krant die door de NSB wordt uitgegeven, is een signalement gepubliceerd. "De fietser is ongeveer 40 jaar, heeft een slank postuur, droeg een donkere jas en donkeren gleufhoed. Hij bereed een transportfiets met voorbagagedrager."

"Ieder, die omtrent deze aanslag of de wielrijder nadere inlichtingen kan verschaffen, wordt dringend verzocht ten spoedigste de recherche op het hoofdbureau van politie, Elandsgracht 117 te Amsterdam, hiervan in kennis te stellen."

'Voor Joden verboden'

Jan Feitsma werd NSB'er toen hij in 1941 naar Amsterdam verhuisde en het stokje overnam van zijn voorganger J.A. Van Thiel als procureur-generaal. In maart 1943 kwam naar nog een functie bij: waarnemend politiepresident.

Onder Feitsma's gezag werden bij parken, bioscopen, restaurants, sportterreinen en musea borden met het opschrift 'Voor Joden verboden' geplaatst. Zijn naam kwam onder de tekst te staan.

Twee jaar geleden werd er al een poging gedaan door het verzet om Feitsma te liquideren. De Amsterdamse geneeskundestudent Rudolf Bloemgarten wilde wraak nemen voor het fusilleren van tien medeverzetsstrijders.

Feitsma was op het moment van de aanslag niet thuis, maar zijn zoon wel. Bloemgarten schoot meerdere malen op hem, waardoor hij zwaargewond raakte.

Op 13 april 1943 werd Bloemgarten na verraad opgepakt en twee maanden daarna gefusilleerd in Overveen.