IJs en storm spelbrekers tijdens hongertocht per schip
Eindelijk lijkt er een einde gekomen aan een lange periode van vorst en sneeuw. Zo'n vijf weken achter elkaar heeft het met korte onderbrekingen vrijwel dagelijks gevroren en geregeld viel er een dik pak sneeuw.
Gonny Schuijt uit Leidschendam is opgelucht dat er beter weer in de lucht zit. Ze is net thuisgekomen van een hongertocht per schip van Leidschendam naar Noord-Holland, die door de slechte weersomstandigheden tweeënhalve week heeft geduurd.
Onderweg begon het zo hard te vriezen dat het schip noodgedwongen dagenlang aan de kant moest blijven liggen. "Het was een lange en ongewone reis op zoek naar eten. 17 dagen zaten we op een boot en hadden te kampen met storm, regen, sneeuw en vorst", vertelt ze. Tussen 20 en 26 januari vroor het 's nachts gemiddeld 12 graden.
Gonny meerde op 18 januari met dertien andere deelnemers aan op een grote motorboot voor de 'reis naar de Noord'. Onder hen waren een onderduiker en enkele passagiers die naar diverse bestemmingen in Noord-Holland moesten worden gebracht.
Het doel van de tocht was zo veel mogelijk voedsel te halen bij familie en connecties met wie Gonny al afspraken had gemaakt tijdens eerdere hongertochten die ze op de fiets maakte. Drie platte veilingschepen, die werden gesleept door het motorschip, maakten deel uit van de expeditie.
Als ruilmiddelen hadden ze van alles aan boord: (werk)kleding, sokken, wol, suiker, groene zeep en andere huishoudelijke artikelen, drank, olie en enkele sieraden. Ze kregen er etenswaar voor terug: aardappels, groenten, tarwe, rogge en ook strobalen voor tuinderijen in Leidschendam. Het stro diende bovendien als camouflage voor de etenswaar en bood bescherming tegen de vorst.
Na twee dagen stokte de reis in Noord-Scharwoude, ten noorden van Alkmaar. Terwijl de anderen overdag 'op biets' gingen, had Gonny er een dagtaak aan het schip schoon te houden en alle monden te voeden. "We vroegen ons wel af hoelang we in Noord-Scharwoude moesten blijven. Na enkele dagen was alles aan boord, we waren uitgeruild."
Pas na vier dagen konden ze achter een ander schip, dat de weg voor hen vrijmaakte, varen richting Middenmeer. "Het was een fraai gezicht, wij door de ijsschotsen en aan de kanten de ijsliefhebbers die aan het schaatsenrijden waren", herinnert Gonny zich.
Een enkele keer passeerden ze Duitse controles, die zonder noemenswaardige problemen verliepen. Gonny had een brief bij zich van het Rode Kruis, waar ze als verpleegster werkt. Daaruit bleek zogenaamd dat het voedseltransport onder de vlag van het Rode Kruis plaatsvond.
Storm
Op 1 februari begon het flink te dooien. Eindelijk konden ze de terugreis aanvaarden, maar dit keer leverde een storm vertraging op. Toen het schip vandaag tenslotte bij Haarlem moest stilhouden vanwege motorproblemen, besloten Gonny en haar zwager het laatste stuk per fiets af te leggen.
Doodmoe van de wekenlange reis stapt ze vanavond in haar eigen bed. Het schip met zijn kostbare vracht is door een bevriende buurman, die toevallig voorbij kwam met zijn schip, naar Leidschendam gesleept.