Zuiderkerk in Amsterdam ingericht als mortuarium
In Amsterdam is het steeds moeilijker om overledenen een fatsoenlijke en eervolle begrafenis te geven. Door ziekte, honger en kou is er deze winter een sterke stijging in het aantal sterfgevallen. Intussen is er nauwelijks brandstof voor lijkauto's, ontbreekt het hout voor doodskisten en zijn doodgravers ernstig verzwakt of weggevoerd tijdens razzia's.
Particuliere begrafenisondernemers zetten zelfs bakfietsen, sleeën of gewone fietsen in om overledenen te vervoeren. De wettelijke termijn van vijf dagen waarbinnen een overledene moet worden begraven, wordt intussen vaak ruim overschreden.
"Begrafenissen zijn een trieste vertoning tegenwoordig", vertelt Maria Takkenberg uit Amsterdam. "Doodskisten zijn haast niet meer te krijgen en wie geen relaties heeft in kringen van houthandelaren of er zwarte prijzen voor kan betalen, slaagt er niet in. Ook het feit dat het soms wel drie weken of langer duurt voordat een overledene begraven wordt, komt denk ik niet ten goede aan de hygiëne. 't Is een luguber idee."
Het gebeurt zelfs dat een gezin een sterfgeval niet meldt en de overledene thuis houdt, omdat het anders distributiebonnen misloopt. Ook is het voorgekomen dat een gezin een overledene achterliet en zelf op hongertocht ging naar Friesland.
Hokken in Zuiderkerk
Om aan de wantoestanden een einde te maken heeft de stad nu het Gemeentelijk Bureau voor Lijkbezorging (GBVL) opgericht. Zo'n honderd mensen uit diverse gemeentelijke diensten werken aan het snel en efficiënt ter aarde bestellen van doden die niet door particuliere begrafenisondernemers kunnen worden begraven.
De Zuiderkerk, in het centrum van de stad, is ingericht als mortuarium. Het is een geschikte plek vanwege de koude ruimte en het ventilatiesysteem dat, mits er stroom is, drie keer per uur voor verse lucht zorgt.
Met latten en hardboard zijn hokken afgetimmerd, waar de doden afgeschermd kunnen liggen, met tien tot twintig lijken per hok. Hiervandaan worden ze wekelijks volgens een vast schema naar een van de zeven begraafplaatsen gebracht.
Let op: de foto's in de serie hieronder kunnen als schokkend worden ervaren
Vanwege het gebrek aan hout heeft het GBVL honderd wisselkisten laten maken, met een uitklapbare bodem. Boven het graf gaat de bodem open en valt het lichaam eruit. Op die manier kan de kist hergebruikt worden.
Om de nabestaanden deze nare aanblik te besparen, zijn de begraafplaatsen tijdens begrafenissen gesloten voor publiek. Nabestaanden moeten thuis afscheid nemen van hun dierbare en deze in een laken gewikkeld meegeven aan het GBVL. In ziekenhuizen worden doden afgedekt met papier, omdat de lakens kostbaar zijn en opnieuw gebruikt worden.
Nu brandstof op de bon is, is het ondoenlijk elke dode apart te vervoeren. Er worden daarom 'verzamelvrachten' georganiseerd. Het GBVL heeft de beschikking over negen lijkauto's die rijden op persgas. Ook zijn er vrachtauto's waarmee ze tien à twaalf doden tegelijk kunnen vervoeren. Verder hebben ze zes platte karren die worden getrokken door paarden. Omdat de dieren door de voedselcrisis verzwakt zijn, mogen ze alleen stapvoets lopen.
Het GBVL hoopt met de nieuwe aanpak de achterstand in de begrafenissen snel weg te werken.
Bekijk hier de beelden van de hongerwinter in West-Nederland: