PETA-militairen · Museum Bronbeek

Inheemse soldaten in opstand tegen Japanners in Indië

Een inheems bataljon is op Oost-Java in opstand gekomen tegen de Japanse bezettingsmacht. Honderden militairen keerden zich in de stad Blitar tegen de Japanse manschappen waar ze de afgelopen maanden mee hadden samengewerkt.

De muiterij begon in het holst van de nacht met mortierbeschietingen op een hotel waar veel Japanners verblijven. Tegelijkertijd werden een telefooncentrale, de gevangenis en het kantoor van de gevreesde militaire politie Kempeitai aangevallen. Ongeveer tien Japanners zijn hierbij om het leven gekomen.

De muiters zijn leden van de PETA, het Leger voor de verdediging van het vaderland, dat Japan vorig jaar voor het bezette Indië opgezette. De inheemse strijdmacht moet Japanse troepen vrijmaken voor gevechten aan het front.

Gewaarschuwd

Critici waarschuwden al dat het een risico was om inwoners van overwonnen gebieden te bewapenen. Hoewel de leden van de PETA blij waren dat er voor het eerst inheemse manschappen worden geleid door officieren met dezelfde achtergrond, klonk er ook kritiek op de Japanse methoden.

Zo is men misnoegd dat PETA-leden ondergeschikt blijven aan de Japanse collega's; dat betekent dat een inheems officier zelfs moet salueren voor een gewone Japanse soldaat. Daarnaast wil men dat Japan haast maakt met de beloofde onafhankelijkheid van Indonesië: Birma en de Filipijnen zijn dat in naam al, maar voor Indonesië zijn er alleen vage toezeggingen.

De voornaamste reden waarom de PETA-militairen in opstand kwamen was de behandeling van inheemse werkkrachten. Deze romusha's worden abominabel behandeld. Honderdduizenden zijn er al doodgewerkt doordat ze worden afgebeuld en nauwelijks eten, kleding of medische zorg krijgen. De leiders van de opstand wilden daar met verzet over heel Java een eind aan maken.

Overhaast

Het plan moest echter overhaast worden uitgevoerd omdat de Japanners lucht hadden gekregen van de samenzwering. Bang dat hun weinige wapens zouden worden afgepakt, besloten de manschappen vannacht te rebelleren.

Hoewel de opstandelingen erin slaagden munitie en vrachtwagens te veroveren en de jungle in te trekken, lijkt het er niet op dat ze hun verzet kunnen volhouden. Onder het mom van een geallieerde invasie zal Japan andere inheemse bataljons tegen hen inzetten, wetende dat de muiters niet op landgenoten zullen willen schieten.

Toch zal Japan het signaal dat van de opstand uitgaat niet zomaar kunnen negeren. Simpelweg een beroep doen op Aziatische solidariteit is niet voldoende meer om de rust te bewaren in dit bezette gebied: de inwoners willen dat hun klachten en eisen serieus genomen worden. Weinigen rouwden om de Nederlandse nederlaag van 1942, maar op een nieuwe koloniale macht zit ook niemand te wachten.