De eerste trein bij vertrek · Collectie Gerard de Graaf

'Leve de NS': dienstregeling hervat in bevrijd Nederland

De locomotief was versierd met Nederlandse vlaggen, de passagiers vrolijk gespannen en voor de machinisten was er een bosje narcissen, die een plek vond op de kolentender. Om 08.19 uur vertrok van station Eindhoven de eerste officiële passagierstrein sinds de bevrijding van Zuid-Nederland.

De eerste trein had Roosendaal als bestemming. Ook op de trajecten Breda-Tilburg en Deurne-Helmond zal de dienstregeling weer worden hervat. De NS hoopt snel meer bestemmingen te kunnen toevoegen, zodra meer schade aan spoorverbindingen is hersteld.

Duizenden mensen waren afgekomen op het vertrek, onder wie een officiële afvaardiging van het Militair Gezag. Een journalist zag op het perron een man "met enige plechtstatigheid zijn hoed afnemen voor een eerbiedwaardig afscheid, alsof het een minister of pastoor gold".

Leve de NS!

Directeur Goudriaan

Jan Goudriaan, hersteld als NS-directeur nadat hij door de nazi's was afgezet, gaf het vertreksein voor de rit. "Allen, de mannen van de seinhuiswachten, de mannen van Weg en Werken, de mannen van de locomotiefdepots, de machinisten en de werkers in de werkplaatsen hebben hun uiterste best gedaan om de enorme schade die door de vijand aan het bedrijf van de NS is toegebracht, zo snel mogelijk te herstellen", merkte hij op. "Leve de NS."

Daarna vertrokken de zes rijtuigen en twee bagagewagons, getrokken door een in beslag genomen Duitse locomotief. De wagons zaten propvol enthousiaste reizigers. "Alsof we allemaal een schoolreisje gingen maken."

Dat de gebroken ramen nog dichtgespijkerd waren met hout en de wagons niet verwarmd konden worden, deerde de reizigers niet. "Wees blij dat je geen verwarming hebt in de coupé," redeneerde een passagier, "anders zou het je thuis te veel afvallen."

Schade en oorlogsgraven

Onderweg werd de trein toegezwaaid. Een meereizend journalist zag een moeder met al haar kinderen, een onderwijzer die met zijn klas naar buiten kwam en fabrieksarbeiders die hun werk even stillegden.

Een andere verslaggever had meer oog voor het oorlogslandschap waar de trein doorheen kwam. "Verbrande hoeven wier deurgaten en ramen je aanstaarden als dode ogen. Triestig staken de resten van in vlammen opgegane huizen en fabrieken omhoog, als machteloze armen."

Bij het passeren van Kamp Vught moest deze schrijver denken aan de duizenden die daar waren omgekomen. Ook vielen hem oorlogsgraven op langs het spoor. "Een wit sober kruis is alles wat aanwijst dat hier een mens in de kracht van zijn leven rust, die wellicht nog zoveel goeds tot stand had kunnen brengen."