Tankkerkhof na strijd in Achterhoek
De oorlog mag dan zijn laatste fase zijn beland, hier en daar bieden Duitse weerstandsnesten nog taai verzet. Een tankkerkhof in de Achterhoek en de ruïnes van het dorpje Dinxperlo bewijzen dat.
De bevrijders staken gisteren vanuit Bocholt de grens over bij Dinxperlo. Het waren de geallieerde eenheden die na de Rijnoversteek naar het westen zijn afgebogen terwijl de hoofdmacht naar het oosten trekt, richting Berlijn.
Bij de Nederlands-Duitse grens raakten manschappen slaags met de Duitse aftocht die hun pad kruiste. Omdat daarbij doden vielen, besloten de oprukkende geallieerden geen risico te nemen: Dinxperlo werd zwaar onder vuur genomen om de vijand murw te beuken.
Doodsbang
"Der Tommy is bald hier", had de 18-jarige Leida Prins uit het nabije Aalten een dag eerder al te horen gekregen van een bij haar ingekwartierde Duitser. "De NSB'ers die nog in Aalten zijn nemen de vlucht en gaan richting het noorden. Ook burgemeester De Moor en Herr Wiesman nemen de benen."
Wie achterbleef zocht toevlucht in schuilkelders. Voordat hij ondergronds ging zag Willy Lieber nog terugtrekkende militairen passeren. "Doodsbange gezichten van 17, 18 jaar. Het was voor iedereen een kwestie van leven of dood. Want wie wilde er in dit stadium van de oorlog nog zijn leven geven?"
Dat er desalniettemin nog tegenstanders zijn die tot het laatst blijven vechten merkten de Britten vandaag bij het buurtschap 't Woold. Met de moed der wanhoop namen fanatieke Duitsers daar de opmars van geallieerde tanks onder vuur.
In enkele uren vechten brandden tien voertuigen uit, tanks en gepantserde troepenvoertuigen, Kangaroo's. Negen Britten sneuvelden, ook zestien Duitsers kwamen om, onder wie zeven minderjarigen. Daarnaast brandden een boerderij en een stal vol vee af.
"De gesneuvelde tommy's werden voorlopig langs de weg begraven", zag een getuige toen de 'tankslag' voorbij was. "Een houten kruis, vergetelheid en geen betere wereld vormden het schamele loon voor hun grote offer "
Tiener Henk Krosenbrink verbaasde zich ondertussen over het machtsvertoon van de Britten. "Een neef van mij had een dag eerder de Duisters weg zien trekken met paard en wagen, vrachtwagens, maar nu kwam er een materiaal! Ik dacht: het hele geallieerde leger komt 't Woold in. En wij maar zwaaien."
De opmars wordt nu voortgezet naar het grotendeels leeggestroomde Winterswijk. Daarna probeert men op te rukken naar het IJsselmeer, om de Duitse bezettingsmacht in West-Nederland af te snijden.