Nederlanders uit jappenkamp: 'Gehuild en gelachen tegelijk'
"Toen wij voor het eerst de Amerikaanse tanks zagen, weenden wij", zegt de uit een jappenkamp in de Filipijnen bevrijde Joe Nikkels. "Zelfs ook ik, van 51, zonder ons daarvoor te schamen. Er werd gehuild en gelachen tegelijk."
Nikkels, voorheen directeur van de Nederlands-Indische Handelsbank in Manilla, is een van de 230 oud-geïnterneerden die door het Rode Kruis van de Filipijnen naar Australië zijn gebracht. Ook 59 Nederlanders mogen daar aansterken, onder wie een jongen van 2 die in het kamp geboren is.
"De laatste maanden waren het ergste", stelt Nikkels. "Wij verhongerden vrijwel en konden bijkans niet ter been blijven."
Ouderen, patiënten, waanzinnigen
Nikkels en zijn lotgenoten werden op 5 februari bevrijd door de Amerikanen. Ze waren 37 maanden eerder vastgezet toen Japanners burgers uit vijandige landen oppakte. Ze werden met duizenden bijeengedreven op een universiteitscampus.
"Gezinnen uit geallieerde landen werden in Manila uit hun huizen gesleept, in karren gezet en in dit concentratiekamp gezet", verhaalt de bevrijde Australische journalist Jack Percival. "Ouderen uit bejaardenhuizen, zieken, zwangere vrouwen, tbc-patiënten, zelfs waanzinnigen."
Doordat de Japanners de geïnterneerden grotendeels aan hun lot overlieten, waren de omstandigheden in het overvolle kamp barbaars. Er waren veel te weinig wc's, nauwelijks plekken om te wassen en lang niet altijd stromend water. De laatste tijd kreeg iedereen slechts drie handenvol rijst per dag, groente, vlees of vis werd niet meer geleverd.
Gevangenen vielen tientallen kilo's af. Van de 4000 gevangenen stierf ruim een tiende.
Percival: "Kun je je voorstellen dat je zo'n honger hebt dat je wormen uit een moestuin opgraaft, of om 05.00 uur opstaat omdat dan de slakken het liefst rondkruipen, of valstrikken voor kikker legt? Een van de invloedrijkste zakenmannen van Manila, iemand die miljoenencheques kan uitschrijven, werd gestraft omdat hij vissenkoppen had gestolen van schoonmakers."
"De Japanners waren allemaal glimlachende maskers, waar een geraffineerde schurkenmentaliteit achter verborgen zat", meent een anonieme landgenoot. Volgens hem probeerden zij het moreel met "onvoelbaar kleine knakjes te breken".
"Niettegenstaande bleef het moreel op hoog peil, omdat wij uit geheime bronnen voortdurend over de geallieerde overwinningen hoorden", verzekert Nikkels. "Wij wisten dat onze bevrijding slechts een kwestie van tijd was."
Naar de kapper
Bij de aanval op de Filipijnse hoofdstad gaf generaal MacArthur prioriteit aan de bevrijding van het kamp, uit angst dat de Japanners er iedereen zouden vermoorden. De kampleiding mocht vertrekken nadat ze korte tijd enkele tientallen gevangenen hadden gegijzeld.
Door nieuwe kleren, betere voeding en geneeskundige hulp moeten de bevrijden zich weer wat meer mensen gaan voelen. Tijdens de treinreis naar Brisbane namen zeven kappers zelfs de tijd het haar te doen van de slachtoffers.
"De onverschilligheid en stompe gevoelloosheid valt van je af als droge schilfers van een genezend wond. Je bent weer mens onder de mensen. Het leven is goed en mooi."