Fries kan executie navertellen
"Ik voelde een harde klap tegen mijn schouder. Ik zag mijn vijf lotgenoten vallen en ik leefde. Instinctmatig, amper bewust van wat ik deed, liet ik mijn neervallen alsof ik dodelijk getroffen was."
"Voor de Duitsers was ik dood, ik handelde dienovereenkomstig", schetst Gerard de Jong hoe hij zijn executie in de buurt van het Friese Dronrijp overleefde. Dertien anderen stierven.
De Jong was vier dagen geleden thuis opgepakt. Waarschijnlijk omdat de Sicherheitsdienst achter zijn broer aan zat, die is lid van het verzet. Op het hoofdkwartier van de SD werd hardhandig verhoord; zo werd hij met zijn eigen klompen afgeranseld.
Vanmiddag werd hij met dertien anderen uit zijn cel gehaald. Niemand vertelde hun dat ze doodgeschoten zouden worden als represaille voor een sabotageactie van het verzet.
Twee stumpers krabbelden zwaaiend overeind, een paar nieuwe schoten velden ze voorgoed.
Het was de bedoeling hen neer te schieten op de plek waar de ondergrondse een stuk spoor had vernield, maar de colonne strandde bij een opengedraaide brug in Dronrijp. Daar werden de mannen in twee groepjes gedeeld.
De Jong keek toe hoe de eerste groep de kogel kreeg. "Acht lichamen vielen voorover. Twee stumpers krabbelden zwaaiend overeind, een paar nieuwe schoten velden ze voorgoed. Ieder kreeg nog een schot in het hoofd na. Ik voelde me misselijk maar onzegbaar kalm en gelaten."
"Mijn blik zwierf nog een maal over het water, over het vlakke Friese land en daarna zag ik een gezicht dat mij aanloerde langs de loop van een karabijn." Toen klonk het commando 'vuur'.
"Denken? Nee, ik geloof niet dat ik dacht. Ik rook het gras. Ik voelde de zon op mijn rug. Ik had pijn, weet u? Het is heerlijk om pijn te voelen."
Rondcirkelende vliegtuigen
Al snel realiseerde De Jong dat hem nog een nekschot stond te wachten. Alleen waren de schutters nu gehaast, omdat er geallieerde vliegtuigen boven het Friese platteland cirkelden.
"Ik hoorde ze komen. 'Tod', hoorde ik. "Tod, tod tot vijf maal. Toen was ik aan de beurt. Een hand greep mijn schouder, keerde mij op mijn zijde. 'Tod.' Ik hoorde zware laarzen zich weer verwijderden."
Een omstander die heimelijk de executie had gevolgd ontdekte De Jong. De bloedende wond werd met diens riem afgebonden, daarna hielp de man hem naar een huisje.
Uit angst voor represailles moest De Jong snel weer door. Verzwakt door de wond probeerde hij in het donker strompelend de richting te volgen die hem verteld was. "Niemand durfde mij te begeleiden."
Ondergedoken zal De Jong nu de bevrijding proberen af te wachten. De geallieerden staan immers al aan de grens van Friesland.
Laatste brief
Van de mannen die de fusillade niet konden navertellen kwamen er drie uit hetzelfde gezin: Mark, Klaas en Hyltje Wierda. Mark was twee nachten eerder van bed gelicht. Omdat hij alleen een pyjama en overjas droeg, mocht hij thuis andere kleren halen; daar werden ook zijn broers betrapt.
Mark wist in gevangenschap nog een brief te schrijven, al "schrijft het lastig met die dingen op", meldde hij over zijn boeien. Hij beschreef zijn martelingen, maar ook zijn groot vertrouwen op God. "Ik zou haast 'ja' zeggen om van dat ondragelijk lijden af te zijn", gaf hij toe, maar "ik moest erg aan onze Heiland denken en het was mij rijk dat kruis mijn Jezus te mogen nadragen."
Mark zou eind deze maand 27 zijn geworden.