Protest op het Museumplein tegen seksueel ongewenst gedrag

'Pas op met hoge verwachtingen van nieuwe zedenwet'

Er is een realistischer beeld nodig van de nieuwe zedenwet die waarschijnlijk in 2024 in werking treedt. Dat zeggen Slachtofferhulp Nederland, rechter Jacco Janssen en de Nationale Politie tegen Nieuwsuur.

Na de onthullingen van BOOS over seksueel grensoverschrijdend gedrag rondom het tv-programma The Voice of Holland ontstond de roep om de nieuwe wet versneld in te voeren. Maar betrokkenen bij de strafrechtketen zijn daar geen voorstander van. Zij zeggen dat de organisaties er nog niet klaar voor zijn en waarschuwen ook voor een te rooskleurige voorstelling van de effecten van de nieuwe wet.

Zorgvuldig

"De wet sneller invoeren kan niet", zegt Caroline Monster van de Nationale Politie. "Deze wet is zeker een vooruitgang ten opzichte van wat we hebben, maar daar is wel een goede uitvoering voor nodig."

Strafrechter Jacco Janssen is enthousiast over de nieuwe zedenwet, maar heeft ook bedenkingen bij een versnelde invoering. "Er heeft een zorgvuldig wetgevingsproces plaatsgehad waar de rechtspraak, advocatuur, openbaar ministerie, de politie en allerlei maatschappelijke organisaties al bij betrokken waren. De Raad van State is nu aan zet, daarna de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Dat moeten we zorgvuldig doen."

"Elk half jaar dat we versnellen is voor slachtoffers heel belangrijk", reageert Rosa Jansen, directeur van Slachtofferhulp Nederland. Maar ook zij pleit voor zorgvuldigheid. "Wij willen niet bij een politiebureau komen met een zedenslachtoffer dat bereid is om aangifte te doen en dat er dan geen capaciteit is."

Eigen schuld

In de nieuwe wetgeving worden meer situaties van onvrijwillige seks strafbaar. Dat is een verbetering, vindt strafrechter Janssen. "De nieuwe norm past veel meer bij het huidige tijdsbeeld waarin we anders naar seksueel grensoverschrijdend gedrag kijken."

Nu is een verkrachting pas een verkrachting als bewezen kan worden dat er sprake was van dwang. Maar vaak verstijven slachtoffers of zijn ze helemaal niet in staat zich te verzetten of 'nee' te zeggen.

Esther maakte zo'n situatie mee in haar studententijd. "Ik had een feestje en was dronken. Ik lag al in mijn bed en kon nergens meer op reageren. Toen is op een gegeven moment één iemand gebleven en op mij gedoken."

Ze droeg het ruim vijftien jaar met zich mee, zonder dat ze er met iemand over sprak. "Ik had zoiets van: het is mijn eigen schuld. Dan had ik maar niet dronken moeten zijn en wel 'nee' moeten zeggen."

In het geval van Esther zou er met de nieuwe wet meer grond zijn om aangifte te doen. "In de wet stond eerst als je 'nee' zegt is het verkrachting als hij toch doorgaat. Als dat nu veranderd wordt, dan was het in mijn geval wel verkrachting geweest."

De afgelopen jaren was er kritiek op de politie, het Openbaar Ministerie (OM) en de rechterlijke macht omdat veel zedenzaken op de plank bleven liggen. De politie zou slachtoffers zelfs ontmoedigen om aangifte of een melding te doen.

En hoewel de procedures zijn verbeterd, de doorlooptijden worden nog altijd niet gehaald. "We doen echt ons uiterste best, terwijl we ook weten dat er meer nieuwe zaken aankomen. Dat is wel het spanningsveld waarin we nu zitten", zegt Monster.

Extra bewijs

Er is volgens haar nog veel werk aan de winkel. "We zullen ook moeten investeren in de opleiding. Niet alleen in 700 zedenrechercheurs, maar ook de blauwe teams op straat zullen opgeleid moeten worden."

Naast de organisatorische bezwaren waarschuwen de betrokkenen ook voor het beeld dat de nieuwe zedenwet voor makkelijkere bewijslast gaat zorgen en er veel meer daders in de cel zullen belanden.

Bij zedenzaken zijn vaak alleen dader en slachtoffer aanwezig en is er weinig extra bewijs om de schuld van de dader aan te tonen. "Het wordt niet makkelijker om zaken te laten vervolgen, want de bewijsbaarheid wordt zeker niet makkelijker", zegt Monster.

Strafrechter Janssen ziet een taak voor de politie, maar ook voor rechters, het openbaar ministerie en slachtofferhulp. "We moeten voorkomen dat slachtoffers voor de tweede keer slachtoffer worden, eerst van een strafbaar feit maar ook van te hoge verwachtingen van het strafproces."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl