Doesburg bevrijd na zware strijd, Martinitoren opgeblazen
Na een belegering van twee weken zijn de inwoners van Doesburg rond het middaguur massaal naar buiten gekomen. Bevrijd! Eindelijk! De vreugde en opluchting zindert in de straten van Doesburg.
De veertien dagen waarin de stad onder vuur lag hadden eindeloos geleken. Angstig hadden de mensen in kelders afgewacht, terwijl de Canadezen en de Duitsers, die hulp hadden gekregen van een groep Kaukasiërs, elkaar over en weer beschoten.
Overal waren huizen kapot, overal lag puin. De bevrijding leek zo dichtbij, maar waarom duurde het dan toch nog zolang?
Onder de grond
"Wij woonden aan de westkant van Doesburg, maar het leek mijn ouders veiliger om naar de oostkant te gaan", vertelt de 9-jarige Ben Polman. "Dat bleek een fout, want we hebben daar in een boerderij al die tijd onder vuur gelegen. De kelder was veel te klein, maar buiten, naast een transformatorhuisje, was een lange sleuf gegraven met een dekzeil erover. Daar hebben we 14 dagen onder de grond geleefd."
"Vanochtend stond ik op een tafel in de boerderij om door een bovenraampje te kunnen kijken. Alle andere ramen waren geblindeerd. En toen zagen we de Canadezen komen. Eerst een man of tien, die kwamen langs marcheren. En daarna de rollende voertuigen. Ik kreeg chocola!"
Hoe zullen we de Canadezen straks ooit onder de ogen komen. Nooit, nooit zullen we dit vreselijke kunnen goed maken!
Doesburg, strategisch gelegen aan de IJssel, was na operatie Market Garden net als veel andere plaatsen langs de IJssel door de Duitse bezetter omgebouwd tot een vesting. Met hulp van Nederlandse dwangarbeiders waren versterkingen aangebracht en schuttersputten, loopgraven en tankvallen gegraven.
Trouw publiceerde enkele dagen geleden een woedend commentaar op "al die Nederlanders die zich als spitter hadden laten gebruiken door de Duitse bezetter". "We gaan uit de strijd in de IJssellinie een ontstellende conclusie trekken. De IJssellinie is aangelegd door Nederlanders. We hebben de obstakels, die nu de bevrijding tegenhouden en die de oorzaak worden van de dood van vele onzer bevrijders, alsmede van de verwoesting van een gehele streek, zelf opgeworpen. Wij schamen ons diep als we daaraan denken."
Trouw verwijt de Nederlanders die zich meldden voor de Arbeitseinsatz een 'slappe houding', omdat ze niet in verzet zouden zijn gekomen. "Op de Duitsers schelden, ja ja, maar intussen werd ons land voor hen in staat van verdediging gebracht. Het werk van de spitters! Hoe zullen we de Canadezen straks ooit onder de ogen komen. Nooit, nooit zullen we dit vreselijke kunnen goed maken."
Nieuwe hoop
Tijdens de belegering van Doesburg werden tientallen Nederlandse mannen onder dwang uit de kelders gehaald om opnieuw voor de Duitsers putten en loopgraven te graven. De overige mannen in Doesburg moesten verplicht in de kelders blijven, terwijl de vrouwen probeerden - zo goed en zo kwaad als het ging - door te gaan met het dagelijks leven. Noodvoorraden raakten steeds meer op en door de vele beschietingen konden bewoners zich ook op rustige momenten maar nauwelijks ontspannen.
Het nieuws over de bevrijding van Arnhem, dat ook tot de Doesburgse schuilkelders doordrong, gaf de bewoners nieuwe hoop op een spoedige bevrijding door de Canadezen.
Gisteren werd duidelijk dat de situatie voor de Duitsers en Kaukasiërs onhoudbaar werd. Net voordat ze de aftocht bliezen, richtten ze nog een ravage aan. Eerst werd met een daverende klap de toren van de Martinikerk met het eeuwenoude carillon opgeblazen. De nabijgelegen synagoge liep daarbij ook veel schade op.
Daarna volgden de windmolen en de watertoren. "Zinloze vernielingen", menen veel Doesburgers, die de verloren gegane iconen van hun stad betreuren.
Afgelopen nacht klonk na de beschietingen het constante geronk van motoren. In de vroege ochtend volgde het laatste vuurgevecht en daarna werd het stil. Met de komst van de Canadezen hangen bewoners overal in Doesburg weer Nederlandse vlaggen uit de ramen van hun gehavende huizen.