De Syrische Ferzat (37) heeft geluk gehad. Hij kwam tien maanden geleden naar Nederland en heeft al een baan gevonden. "Na het eerste gesprek werd ik aangenomen, en ze zijn blij met me", vertelt hij opgetogen.
Als ervaren ingenieur kon Ferzat in Nederland snel aan het werk als gekwalificeerde lasser, waar hier een tekort aan is. Het is onder zijn niveau, maar dat maakt hem voor nu niet uit. "Dit is een kans, en in de toekomst kan ik misschien wel meer gaan doen."
Het is voor hoogopgeleide asielzoekers in Nederland moeilijker om een baan op hun eigen niveau te vinden dan voor laagopgeleiden, blijkt uit een pilot van Randstad en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).
Het uitzendbureau en het COA probeerden in een half jaar 95 asielzoekers met verblijfsvergunning aan het werk te helpen. Dat lukte bij veertien. Taal en diploma's vormen de grootste barrière om werk te vinden.
Muhammed Al Shibabi uit Syrië is een van de vluchtelingen die volgens Randstad 'jobready' is, maar nog geen baan heeft gevonden. "Ik zoek nu vijf maanden naar werk, maar het probleem is de taal. In Libanon was ik hoofd bediening."
Hij zou op dit moment elke baan aannemen die hij kan krijgen. "Alles. Ik wil zo graag iets doen om energie te krijgen. Het is de eerste keer dat ik zonder werk zit, ik voel me een oude man."
In het azc in Hoogeveen hadden ze maar twee taalklassen.
Muhammed volgt sinds anderhalve maand taalles als onderdeel van zijn inburgering, terwijl hij al een jaar in Nederland is. "In het het azc in Hoogeveen hadden ze maar twee taalklassen, waar ik niet bij kon. Nu heb ik vier dagen per week les", zegt Muhammed.
Ook ingenieur Ferzat kreeg in de azc's waar hij verbleef geen taalles. Maar nu hij een baan heeft, vindt hij dat niet zo erg meer. "Het is nog geen probleem, bijna negentig procent van de Nederlanders spreekt Engels", zegt hij lachend.
Randstad pleit ervoor om vluchtelingen eerder aan taalles te laten beginnen zodat de tijd dat ze moeten wachten "waardevol" wordt.